Zit je dan een week later. Terug te denken. Terug te lezen. Terug te herinneren. Terug te kijken. We kregen, al vanaf zondag, talloze lieve en enthousiaste mailtjes. Belden elkaar tussendoor. Om te zeggen wat we zaterdagavond én zondag al honderden keren tegen elkaar hadden gezegd: ‘Leuk was het, hè?’ ’Ja, het was leuk.’ Maandag was het hier en daar een heuse ik-kom-niet-zo-heel-erg-verschrikkelijk-aan-mijn-gewone-werk-toe-dag. En toch, zoals (zelfs) met alle overrompelende zaken in het leven, ging alles op een gegeven moment weer gewoon zijn eigen gang. En zo moet het ook zijn.
Maar vandaag zitten we met onze gedachten weer even in de hal van het HIVT. Waar we precies een week geleden, rond deze tijd, een tas bij elkaar stonden te rapen om ons in de gestreken jurken te hijsen en de haren in een acceptabele coupe te gooien. De eerste gasten kwamen al binnen. Want van ver zonder vertragingen onderweg. Of omdat ‘we de deur al open zagen staan’. Geen tromgeroffelende start, we rolden er vanzelf in. Zoals we destijds vanzelf in dat nieuwe studentenleven rolden. En zo was het goed.
Dus nog even, vandaag … ‘Leuk was het, hè?’ ’Ja, het was leuk.’